Februari 2004. Weer een slapeloze nacht voor Albert. Sinds de dood afgelopen zomer van Geurt, zijn geliefde van dertig jaar, heeft Albert weinig plezier meer in het leven. Is hij inderdaad niets meer dan een clown in zijn nadagen, zoals sommigen zeggen? Alleen in zijn Larense boerderij, omringd door de nachtelijke plattelandsgeluiden, besluit Albert in een opwelling om al zijn spullen bij het vuilnis te zetten. Hij is klaar met alle herinneringen. Maar het verleden is nog niet klaar met hem. De belangrijke figuren uit Alberts leven duiken nog één keer op om hem een spiegel voor te houden: zijn moeder Miep waarmee hij een complexe relatie heeft; zijn eerste liefde, fotograaf Fijn Nijhoff, zoon van de beroemde dichter; balletdanseres Lucy Bor, waarmee Albert kortstondig getrouwd is en een dochter mee heeft; zijn grote liefde, de Amerikaanse Guerdon Bill (“Geurt”), en vooral vriend en collega van het eerste uur, cabaretier Wim Sonneveld, die zo anders met zijn seksualiteit omgaat dan Albert. Waar Wim altijd schimmig deed over zijn geaardheid, was Albert een van de eerste bekende Nederlanders die openlijk en flamboyant homoseksueel durfde te zijn. Maar welke prijs heeft hij moeten betalen voor deze openheid? In deze doorwaakte nacht komt Alberts verleden voorbij als een surrealistische revue, waar onder de glitterlaag harde noten gekraakt worden.
Augustus 2022. Amsterdam kleurt roze tijdens een extra uitbundige Gay Pride, de eerste keer sinds de pandemie. Terwijl de gay community zijn vrijheid viert, wordt ’s nachts op straat de jonge drag artist en Syrisch asielzoeker Wassim in elkaar geslagen. Bloedend belt hij aan bij Bob en Leo, een bevriend homostel dat destijds heeft geholpen toen Wassims allereerste asielaanvraag werd afgewezen: hij zou niet “niet gay genoeg” zijn volgens de immigratiedienst. Nederland blijkt echter niet het beloofde land te zijn waar Wassim op hoopte. Hij vindt maar moeilijk aansluiting bij de gay community die hem voornamelijk ziet als een exotisch erotisch hapje. In zijn zoektocht naar een nieuwe identiteit kleedt Wassim steeds extravaganter, iets waar met name de behoudende Leo afkeurend naar kijkt. Als je jezelf zó flamboyant presenteert, vraag je dan niet om geweld? Met een bloedende Wassim op de bank, loopt het die nacht uit op een heftige ruzie tussen het Hollandse stel, waarbij Leo de ware motieven van Bob in twijfel trekt. Kickt Bob niet gewoon op zijn rol als grote witte redder van een hulpeloze bruine jongen? Om het conflict te ontlopen vlucht Wassim weer de straat op en begint te dwalen door een nachtelijk Amsterdam dat steeds meer het karakter krijgt van een koortsdroom. De ontmoeting met een man genaamd Albert, uit een heel andere wereld en misschien wel een andere tijd, leidt voor beide mannen tot onverwachte inzichten.